Zoeken

Musea tonen licht in de duisternis

Dendermonde – De stedelijke musea brengen dit jaar allerlei verlichtingselementen uit de museumreserve onder de aandacht. De stukken worden van 1 april tot en met 24 oktober getoond in het Vleeshuismuseum aan de Grote Markt.

Vuur en licht waren vroeger onafscheidelijk van elkaar. Het vuur van de haard behoorde tot de oudste lichtbronnen van de mensheid. Met behulp van kaarsen en olielampen kon de mens zich ook verplaatsen naar stal, kelder of slaapkamer. In de meeste woningen behielp men zich met een eenvoudige kaarsenpan. Rijkere woningen pronkten sedert de 15de eeuw met mooi versierde koperen tafel- en wandkandelaars of met luchters.

Olie- en gaslampen

De sinds de oudheid bestaande olielamp werd in de 18de eeuw sterk verbeterd. In de tweede helft van de 19de eeuw deden de petroleumlampen hun intrede in woningen en openbare gebouwen.

Hoewel de bruikbaarheid van steenkool- of lichtgas reeds vóór petroleum was ontdekt, drong de gaslamp slechts langzaam in de huiskamer door. Gas voor de straatverlichting werd vrij snel populair en hield lang stand.

De elektrische lamp

De elektrische lamp bracht de ultieme revolutie. Omwille van de prijs gold elektrische verlichting lange tijd als een statussymbool. Pas toen de prijs van gas aanzienlijk steeg, werd de gloeilamp in de jaren 1920 economisch aantrekkelijker.

In de tentoonstelling tonen de stedelijke musea wat ze in hun mars hebben ter illustratie van de evolutie van de verlichting. Steek daarom dit jaar zeker even uw licht op in het Vleeshuismuseum !

“Licht in de duisternis” is op van dinsdag tot zondag van 9.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 18 uur. De toegang is gratis.

Select 2022Select 2022

Meer nieuws

Geef een reactie